ruimte voor ruimte Brabant
Gepubliceerd: 21-06-2007 Laatste update: 03-01-2019

Zaterdag 15 november, Her en der schieten ze de komende jaren uit de grond. Luxe villawijkjes aan de randen van lommerrijke dorpen. Grote huizen op ruime kavels. Droomhuizen voor de rijken. Uitbreidingen bovendien, en dat in een tijd dat de dorpen qua woningbouw nagenoeg op slot zitten. Met dank aan de varkens en de kippen.

minder boeren

Wie zomaar eens een tochtje maakt over het platteland merkt er niets van dat de boerenstand krimpt. Er zijn nog boeren genoeg. Wie vaker hetzelfde tochtje maakt, zal het misschien opvallen dat er hier en daar een stal verdwijnt. Maar wat dan nog. Er worden ook genoeg nieuwe stallen gebouwd en die zijn vaak groter dan ooit. Maar cijfers liegen niet. Vorig jaar stopten in Zuidoost-Brabant 143 (7%) van de rundveebedrijven en 85 (9%) van de varkensbedrijven. De afgelopen tien jaar is meer dan eenderde van deze bedrijven verdwenen. En het einde is nog lang niet in zicht. Dat kost niet alleen duizenden boeren hun broodwinning, het levert ook nog eens duizenden lege stallen op. Samen goed voor vele miljoenen vierkante meters ruimte. Die lege stallen zijn bestuurders een doorn in het oog. Want lege stallen blijven natuurlijk niet leeg. Voor je het weet hebben allerlei bedrijfjes hun illegale weg gevonden naar het platteland.

sloop stallen

Bestuurders willen die ontwikkeling voor zijn. Dat kan het beste door de stallen te slopen. Geen stallen, geen probleem. Maar geen boer sloopt natuurlijk zomaar zijn stallen. Dat is geld weggooien en dat doen boeren niet. Om het voor boeren aantrekkelijk te maken om te stoppen, is daarom een paar jaar geleden de Regeling Beëindiging Veehouderijtakken in het leven geroepen. Het ministerie van LNV koopt van boeren die willen stoppen de dier- en mestrechten op. Voor het neerhalen van de stallen wordt een sloopsubsidie betaald.

sloopsubsidie

De sloopsubsidies verdient de overheid terug door de uitgifte van extra bouwkavels. Het is dus in wezen een ruil: sloop voor bouw, ruimte voor ruimte. Om precies te zijn: elke 1000 m2 gesloopte stal geeft recht op de bouw van één huis. Dat huis komt overigens niet op de plek van die stal te staan. De provincie wil geen verdere verstening van het platteland. Nieuwbouw mag aan de randen van de dorpen.

De financiële prikkel heeft zijn doel niet gemist. Er is in Brabant al ongeveer één miljoen vierkante meter stalruimte gesloopt. Dat getal zal dit en volgend jaar oplopen tot 2,1 miljoen vierkante meter. Om een indruk te geven: dat is gelijk aan een stal van ruim twee bij één kilometer. Nog anders gezegd: ruim 200 voetbalvelden stal. Aan sloopsubsidies kost dat 185 miljoen euro.

droomhuis

Dat geld vloeit terug uit de zakken van de welgestelde Brabanders die er op hun beurt een ruim erf met een droomhuis aan overhouden. De term droomhuis komt overigens uit de reclamekoker van de Ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte (ORR), die de regeling in Brabant uitvoert. In de ORR zitten naast de provincie particuliere partijen als Grontmij en Heijmans IBC Vastgoed. Met de term droomhuis is overigens niks teveel gezegd. De kavels in Brabant zijn maximaal 1500 vierkante meter. Daarop zijn landhuizen van rond de 1200 kuub mogelijk. En dat is veel meer dan de maximaal 750 kuub die normaal gesproken in het buitengebied gebouwd mag worden. Geen wonder dat de kavels gretig aftrek vinden. Het zijn buitenkansjes voor de welgestelden.

voorrang voor lokale kopers

Directeur Hans Dona van de ontwikkelingsmaatschappij wijst erop dat niet alleen de rijken profiteren. Uit de eerste verkopen in Sterksel, Bergeijk en Heusden blijkt dat het gros van de kavels door lokale kopers (die voorrang hebben) worden gekocht. Dat brengt volgens Dona de verhuisketen binnen een gemeente op gang. Iedereen blij dus.

sociale woningbouw

Toch staan lang niet alle gemeenten te dringen om grond beschikbaar te stellen voor droomhuizen. Met name de kleine dorpen schieten niks op met droomhuizen. Sociale woningbouw, huizen voor starters en ouderen, dáár zitten ze om te springen. Neem de villawijk (29 droomhuizen) aan de Hogeweg in Lage Mierde. Waarom niet een paar droomhuizen minder, in ruil voor sociale woningbouw, vraagt de raad zich af. Bladel heeft, zoals gevraagd, netjes de mogelijke plekken voor droomhuizen in kaart gebracht.

Maar ze passen eigenlijk niet in het bouwbeleid van de gemeente, laat een ambtenaar weten. 'Wij zouden er zelf niet voor gekozen hebben om daar te bouwen. Maar we voeren de regeling loyaal uit. We werken niet tegen, maar staan er neutraal tegenover.'

De gemeente Son en Breugel ging aanvankelijk enthousiast met de ontwikkelingsmaatschappij in zee. In de Sonniusdriehoek ten noorden van Son zouden 45 droomhuizen in parkachtige omgeving worden ontwikkeld. Totdat de gemeente becijferde dat ze daar acht miljoen euro bij inschiet.

Dat was te veel van het goede: exit droomhuizen. 'Te veel gemeenten ontlopen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid', vindt Dona.

stankcirkel

In plaats van kavels op een presenteerblaadje moet de ORR zelf in de slag met particulieren. En dan zijn er ook nog die vermaledijde stankcirkels van intensieve veebedrijven die op veel plekken droomhuizen in de weg staan.
Desondanks denkt Dona dat het allemaal wel goed komt. Zeker nu ook de provincie intensiever gaat meezoeken naar geschikte plekken. De provincie wil daarmee de trage voortgang vlottrekken. De ontwikkelingsmaatschappij denkt vanaf nu maandelijks 25 nieuwe kavels in de verkoop te brengen. Dat zijn er 300 per jaar. In totaal zijn met de stallensloop de bouw van rond de tweeduizend droomhuizen gemoeid.
Overigens is de ORR niet de enige die droomhuizen bouwt. Ook particulieren kunnen met ruimte-voor-ruimte aan de slag. En ook dat vereist lange adem. In Hapert bedacht ondernemer Wim Duis een villawijk van zestien droomhuizen bij de wijk Stokekkers. Maar de helft van de kavels ligt in de stankcirkel van een naburig varkensbedrijf. En dus mag er niet gebouwd worden.

Volgens Duis lopen negen van de tien projecten met droomhuizen tegen hetzelfde probleem op waar hij mee kampt. 'Planologisch gezien zijn er wel geschikte locaties te vinden, maar de stankcirkels van omliggende bedrijven spelen parten.'

De oplossing in dit geval ligt voor de hand: verplaatsen van het varkensbedrijf.

Duis: 'Vanwege de financiering moet het binnen anderhalf jaar gebeuren. En anders moeten we het project in afgeslankte vorm uitvoeren.'