hooimeijer
Gepubliceerd: 21-06-2007 Laatste update: 07-01-2019

Het Rijk moet het opleggen van een beleid voor particulier opdrachtgeverschap achterwege laten. De consument is heel wel in staat zich bij de gemeente te informeren over kavels. De rol voor het Rijk is gemeenten aanzetten tot het uitgeven van vrije kavels en overtuigen van de positieve effecten van eigenbouw.

intrekken subsidies

Dat vindt prof.dr. P. Hooimeijer van de Utrechtse Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen. Maar de plannen van oud-minister Kamp om subsidies in te trekken als gemeenten niet willen meewerken, vindt hij geen harde sanctie. “Dan hoeven gemeenten die het geld niet nodig hebben niets te doen”, aldus de hoogleraar.

meer plancapaciteit

Hooimeijer verwacht veel van het vrijgeven van dorpen voor bouw, zoals genoemd in de stellingnamebrief voor de ruimtelijke ordening, het basisdocument voor de Nota ruimte. De kavels die gemeenten daarmee uitgeven zijn volgens hem uitermate geschikt voor zelfbouw. “Het levert 10 procent meer plancapaciteit op en aannemers zitten te springen om opdrachten.”
Hooimeijer raadt van bovenaf opgelegde voorwaarden af. “Je kunt hooguit een restrictie geven aan het percentage bebouwing op de kavel. Daarmee kun je voorkomen dat de huizen als tenten op een overvolle camping scheerlijn aan scheerlijn staan.”

30% particulier opdrachtgeverschap

Het particulier opdrachtgeverschap was het stokpaardje van oud-staatssecretaris Remkes (volkshuisvesting).
Op zijn ronde door Nederland legde hij in intentie-afspraken vast dat 30 procent van de woningen in 2005 op vrije kavels moeten worden gebouwd door de kopers. “Een irrelevant streefcijfer. Ik snap wel dat er een cijfer aan is verbonden, anders is het doel niet geloofwaardig”, zegt de hoogleraar. Hij denkt absoluut niet dat het getal wordt gehaald. Gezien het economisch tij wachten aspirant kopers af of de huizen over twee jaar goedkoper zijn.
Hooimeijer vindt dat de consument mondig genoeg is om zelf bij de gemeente aan te kloppen, maar tegelijkertijd terughoudend omdat vrije kavels slechts mondjesmaat worden uitgegeven. Het ministerie van VROM kan een taak hebben om de gemeenten ervan te overtuigen dat zij meer kavels beschikbaar stellen. De positieve effecten zijn afwisselende bouw en bevordering van de lokale doorstroming.

infocentrum Eigenbouw overbodig

Het ministerie investeert een miljoen euro in het infocentrum Eigenbouw. Onnodig, meent Hooimeijer, ondanks het feit dat het centrum beperkt blijft tot een virtueel loket op internet. “Een ernstige onderschatting van de consument”, noemt hij het plan. “De consument is uitstekend in staat om eigen onderzoek te doen naar de beste manier om een huis te laten bouwen. Is aanvullend advies nodig, dan kan dat ook via een bureau dat is gespecialiseerd in eigenbouw”, meent de hoogleraar.

bouw

Volgens Hooimeijer is eigenbouw ook goed voor de bouw. “Ik denk dat je met prijsopgaven van verschillende bouwers nu goedkoper uit bent dan drie jaar geleden. Ook zij hebben er belang bij aan het werk te blijven.” Bovendien maakt particulier opdrachtgeverschap het werk leuker, omdat het geen eenheidsworst is. “Voor de aannemer is het spannender en voor de koper van de kavel ook, omdat hij zijn eigen ontwerp kan zien verrijzen.”
De consument is volgens Hooimeijer heel wel in staat offertes aan te vragen bij architecten en aannemers en daarmee een mooie prijs te krijgen. “De consument is niet zo achterlijk dat hij niet zelf kan bellen”, reageert hij op de pogingen van het Rijk de consument te helpen bij het zelf ontwerpen van de woning. Informatiecentrum Eigenbouw krijgt een miljoen subsidie voor een virtueel loket en in de Nota wonen is vastgelegd dat gemeenten 30 procent van de woningbouw op vrije kavels moeten laten realiseren. Aan de wensen van de kopers ligt het niet en heeft het ook nooit gelegen.

onzin

Uit een woningbehoefteonderzoek in Almere van 1995, waaraan Hooimeijer meewerkte, blijkt dat de helft van de ondervraagden de mogelijkheid wilde om zelf een huis te bouwen. “Er zijn van die overspannen gedachten dat het meteen om droomhuizen gaat, maar dat is onzin. De consument grijpt particulier opdrachtgeverschap ook aan om invloed uit te oefenen op het uiterlijk, de indeling van de woning of de plaats van de keuken.”
Bang voor Belgische toestanden en ‘witte schimmel’ is hij niet. “Integendeel, het zou pas echt verschrikkelijk zijn als je in een dorp een stel truttige rijtjeswoningen neerzet. Dat bederft de sfeer meer dan het wilde wonen.”
De hoogleraar vindt dat eigenbouw juist in het uiterlijk de vrije hand moet krijgen, omdat het een goede weergave is van de tijdgeest. “Zelfs de meest verschrikkelijke dingen zijn een keuze. De trend is nu het bouwen van Boerderettes, maar dat zij dan zo.”

welstandscommissie

Wat hem betreft kunnen de welstandscommissies dan ook beter verdwijnen. “Je zou dat misschien over kunnen laten aan de buren.” In de Verenigde Staten werkt het al zo. Daar beslissen de omwonenden mee over het ontwerp van een nieuwe woning. Volgens de hoogleraar is het bovendien een kwestie van gewenning aan een nieuw uiterlijk. “En als dat niet zo is maak je gewoon ruzie en anders ga je naar de rechter. Bovendien klagen andere mensen juist weer over de eenvormigheid in hun buurt.”

zelfbouw in herstructurering

In de stad, waar hetzelfde streefcijfer van 30 procent geldt voor eigenbouw, is het volgens Hooimeijer lastiger om particulier opdrachtgeverschap te realiseren. “Daar zit je met grondposities, maar ik zie geen reden waarom het slecht zou zijn voor de stad.” Een voorbeeld dat het mogelijk is is het Amsterdamse Java-eiland. Van de rol van eigenbouw in herstructureringsgebieden verwacht hij niet veel. “Het gaat daar om marginale bouw. Over vijf jaar verwacht ik dat die nog steeds op gang moet komen”, aldus Hooimeijer.

Bron: Dit artikel is overgenomen uit www.cobouw.nl , 19 augustus 2003