Thumbnail
Gepubliceerd: 13-11-2007 Laatste update: 15-11-2018

In de Cobouw van 9 november stond een ingezonden brief van drs. Robbert Coops, sociaal geograaf en partner van HVR in Den Haag. Aanleiding is de publicatie van begin dit jaar van het Ruimtelijk Planbureau. In het stuk gaat Robberts uitgebreid in op de recente ontwikkelingen van PO. Lees het stuk hieronder:

Kwaliteit huizen valt niet altijd mee

In Belgie is particulier opdrachtgeverschap heel normaal, terwijl het in ons land lijkt voorbehouden aan welgestelden. Dat het ook anders kan staat in de publicatie ‘Particulier opdrachtgeverschap in de woningbouw’ van het Ruimtelijk Planbureau (RPB).

“Particulier opdrachtgeverschap binnen een geregiseerde stedenbouw biedt de meeste perspectieven om zowel de door particulieren gewenste kwaliteit van de woningen te bereiken als sneller en grootschaliger te bouwen en daarmee de gewenste kwaliteit te realiseren,” stellen de auteurs Ed Dammers, Hanna Lára Palsdottir, Lia van den Broek, Wiebke Klemm, Alexandra Tisma, Like Bijlsma in de uitgave. De rijksbegroting wil in de periode 2005 tot en met 2009 ongeveer 445.000 woningen bouwen. Vooral achterblijvende woningbouwregio’s zullen daarvoor in aanmerking komen. Dit beleidsvoornemen is voorzien van de nodige mitsen en maren. En ook van de beleidsmatige en financiële specificaties, zoals het bouwen voor senioren en gehandicapten.

Eerste bevindingen particulier opdrachtgeverschap veelbelovend

Gehandhaafd is gebleven de dominante en traditionele rol van bij de uitvoerders van dat alles van corporaties en gemeenten. Opvallend genoeg komt het particulier opdrachtgeverschap in het rijksbeleid niet meer voor, terwijl de eerste bevindingen en resultaten uit de periode na 1990 veelbelovend zijn. En ook de publiek private initiatieven kunnen in dat perspectief kennelijk op weinig steun van het kabinet verwachten.

Hoewel de nieuwe golf aan particulier initiatief ontstaan is als een soort tegenbeweging – vooral in de Vinexwijken waar een grote eenvormigheid zou heersen, waardoor mensen “ondermaats wonen” – ging ook de overheid inzien dat burgers meer invloed zouden moeten hebben. In de nota uit 2000 staat aangegeven dat vanaf 2005 een derde deel van de nieuwe woningen via particulier opdrachtgeverschap zou moeten worden gebouwd. Daarmee reagerend op de kritiek van onder andere Carel Weeber, toenmalig voorzitter van de BNA, een voorstander van het ‘wilde wonen’. Hij zette zich in 1997 af tegen “de tirannieke invloed van de stedenbouw en planologie op hoe mensen wonen” en tegen “de projectmatige massabouw”.

Daling zelfbouw van 16% naar 11%

Maar ondanks het overheidsstreven verliep de praktijk geheel anders. Het percentage daalde in korte tijd van 16 naar 11 procent, waarbij vooral de Randstad waar de woningbouwopgaven het grootst zijn het laagste aandeel kent. Het heeft niet alleen te maken met kosten, financiële risico’s en onbekendheid van het fenomeen, maar vooral met de afwezigheid van voldoende kavels en de ingewikkelde regels waarmee particulieren dan te maken krijgen.

Ook de kwaliteit van de gerealiseerde ‘droomhuizen’ viel niet altijd mee. In Almere staat alweer geruime tijd een serie van dit soort eigenzinnige woningen te koop. Ze blijken niet te voldoen aan de functionele en esthetische eisen van nu. Gegeven deze ervaring is het des te opvallender dat het huidige gemeentebestuur van Almere onder aanvoering van Adri Duivesteijn zo hard inzet op consumentgericht bouwen, een variant van particulier opdrachtgeverschap.

Wet op de Grondexploitatie

Uit de publicatie van het RPB en de daarin beschreven voorbeelden (Deventer, Bladel en Amsterdam) blijkt ook het belang van een actief gemeentelijk grondbeleid. In de afgelopen jaren is de anticiperende grondverwerving steeds moeilijker geworden waardoor de animo voor particulier opdrachtgeverschap terugliep. Misschien dat de Wet op de Grondexploitatie die gemeenten de mogelijkheid biedt om ook wanneer ze de grond niet in eigendom hebben toch vrije kavels uit te geven daartoe wel een stimulans bieden. De toenemende individualisering en mondigheid van burgers leiden tot grotere belangstelling voor het realiseren van individuele woonwensen.

Bron: Cobouw 9 november 2007