Thumbnail
Gepubliceerd: 19-01-2004 Laatste update: 22-11-2018

Een rijtjeshuis is al gek genoeg

Nederlanders wonen het liefst in een saai rijtjeshuis en houden niet van moderne architectuur. Voor de nuchtere Hollander geen rare hoeken, maar praktische ontwerpen waarin de vierkante meters optimaal benut kunnen worden. Eigenlijk zouden er dus ook nauwelijks andere dan rechttoe-rechtaan-rijtjeshuizen moeten worden gebouwd in Nederland, zo luidt de ongezouten mening van een van Neerlands grootste vastgoedonderneming, Bouwfonds. Het Nederlands Architectuur instituut (NAi) denkt daar echter anders over.

Volgens Bouwfonds-directeur Friso de Zeeuw is er een hang naar traditionele en ingetogen ontwerpen. „Liefst laagbouw en niet al te veel ramen. De huizenkoper wil waar voor zijn geld. Dus geen pretentieuze en onpraktische ontwerpen, maar een simpele vormgeving.” Moderne architectuur is volgens hem dan ook voor in de bladen, want: „Het autistische vakwereldje houdt geen rekening met de voorkeur van de mensen; die zijn tevreden met een vierkant rijtjeshuis. Dus waarom niet ingaan op die behoefte?”

Herontwikkelen

De vastgoedonderneming trekt deze conclusie doordat zij jaarlijks bouwprojecten moet herontwikkelen omdat er simpelweg niemand afkomt op ’moderne huizen’. „Het probleem is dat architecten graag rare hoeken inbouwen waardoor ruimte verloren gaat. Ook het gebruik van nieuwe materialen als golfplaat en aparte constructies zoals ronde daken vallen niet in de smaak bij de koper. Daarnaast zijn grote raampartijen of juist heel veel kleine ramen impopulair, want de Nederlander is erg gesteld op zijn privacy.”

Volgens De Zeeuw nam men zo’n tweeënhalf jaar geleden het ontwerp van een huis nog voor lief. Toen wilden mensen gewoon per se op een bepaalde locatie wonen. Maar vandaag de dag spelen financiële beperkingen een rol. Modernistische ontwerpen brengen allemaal extra bouwkosten met zich mee en op langere termijn ook hoge onderhoudskosten. Mensen nemen nu meer de tijd om dat soort dingen in de overweging mee te nemen. „Maar zelfs al waren er financieel geen beperkingen, de gemiddelde Nederlander wil in de eerste plaats gewoon wooncomfort van binnen en geen statusgevel aan de buitenkant.”

Een andere visie komt van de kant van het Nederlands Architectuur instituut (NAi), een instelling die de Nederlander
bekend wil maken met architectuur, stedenbouw en ruimtelijke ordening, maar ook een platform voor discussie biedt. Directeur Aaron Betsky is van mening dat het niet te bewijzen is wat mensen nou precies zoeken in en om een huis. „Het is heel makkelijk om de architect te verwijten dat hij niet weet wat mensen willen. Maar architectuur en de wensen van de consument zijn nu eenmaal constant in ontwikkeling. Dat is ook wat het NAi wil aantonen door middel van exposities en tentoonstellingen.”

Goedkoop

Een andere visie komt van de kant van het Nederlands Architectuur instituut (NAi), een instelling die de Nederlander
bekend wil maken met architectuur, stedenbouw en ruimtelijke ordening, maar ook een platform voor discussie biedt. Directeur Aaron Betsky is van mening dat het niet te bewijzen is wat mensen nou precies zoeken in en om een huis. „Het is heel makkelijk om de architect te verwijten dat hij niet weet wat mensen willen. Maar architectuur en de wensen van de consument zijn nu eenmaal constant in ontwikkeling. Dat is ook wat het NAi wil aantonen door middel van exposities en tentoonstellingen.”

Betsky verbaast zich dan ook dat er zo`n onvrede bestaat over de Nederlandse rijtjeshuizenarchitectuur. „De Nederlanders hebben bewezen beter om te kunnen gaan met het ontwerpen van dergelijke woningen dan waar ook ter wereld. In andere landen is moderne architectuur alleen voor de rijken en wil men verder zo snel en goedkoop mogelijk bouwen. Maar hier niet, hier is een origineel ontwerp toegankelijk voor iedereen.”

Het gebruik van nieuwe bouwmaterialen is ook alleen maar een positieve ontwikkeling. „Er worden continu nieuwe producten ontwikkeld die duurzamer, milieuvriendelijker en juist kostenbesparend zijn.” Betsky schudt dan ook met zijn hoofd als hij de Bouwfonds-voorbeelden van een ’gewild ontwerp’ ziet. „Verschrikkelijk. Dit is toch geen architectuur te noemen!” Uit studies van het NAi is overigens wel gebleken dat de Nederlander graag vasthoudt aan een vertrouwde woonomgeving en daarmee stijl. Het is dus niet zo gek dat de hang naar eenvoudige huizenblokken groot is: het rijtjeshuis heeft nu eenmaal een lange historie in ons land. „Maar dat daar niet mee geëxperimenteerd mag worden omdat dat afbreuk doet aan ’praktische vierkante meters’, is natuurlijk onzin. Op die manier houdt je weer geen rekening met het uiterlijk van de openbare ruimte. Bovendien geldt, dat een goede architect om kan gaan met ruimte, zowel binnen als buiten”, meent Betsky. „En er zijn genoeg projecten van rijtjeshuizen met grote architectonische waarde die wél zeer gewild zijn. Neem bijvoorbeeld de wijk Hageneiland in Ypenburg. Daar staan alle huizen op een andere hoogte zodat de rechtlijnigheid van zo’n wijk wordt doorbroken en mensen meer privacy in hun tuin hebben. Bovendien zijn de huizen gemaakt van verschillende materialen. De een is geheel opgetrokken uit dakpannen, de ander uit kunststofplaten, aluminium of hout. Het leuke hieraan is dat het kleur geeft in de wijk. Het project heeft dan ook veel internationale waardering gekregen en de NAi Prijs 2002 ontvangen. En dan te bedenken dat deze huizen voor het lagere segment zijn gebouwd!”

Bron: www.woonkrant.nl