Thumbnail
Gepubliceerd: 09-01-2009 Laatste update: 16-11-2018

Vandaag de laatste aflevering van de rubriek De Bouwmeester uit de Cobouw. Hilda van der Tuin en Paul Harts zijn in hun woon/werkvilla in Joure getrokken. In de extra lange laatste aflevering blikken de particuliere opdrachtgevers samen met hun aannemer terug op een roerige tijd.

Afwerking wanden toilet

De wanden van het toilet zijn bedekt met kleine grijze steentjes die op een matje zaten. Dat vond de Duitse aannemer niet mooi. Hij heeft ze er toen een voor een met de hand ingezet. Saillant detail: hij werd per vierkante meter betaald. “Bijzonder”, reageert Hilda van der Tuin. “Hij is er drie dagen mee bezig geweest.”

Inrichting

Er wordt nog volop gewerkt. De woonkamer staat vol dozen . Beneden zijn de kantoorruimtes voor hun beide bedrijven , een telecommunicatieadviesbureau (Harts) en styling – en juridisch adviesbureau (Van der Tuin). Ze zijn druk bezig met de inrichting van het strak vormgegeven 11 meter hoge pand dat op een kavel van 1200 vierkante meter staat.

Duitse aannemer

De eerste werknemers zitten al op hun nieuwe stek. Het echtpaar ging in zee met de Duitse aannemer Schwarte Bau. Hoewel de woning drie maanden later wordt opgeleverd dan gedacht, zijn ze zeer lovend over de bouwer. “Schwarte gaat voor kwaliteit en dat kost tijd. Ze willen dat je als klant tevreden bent. Met de lokale bedrijven hier in Friesland ging het vaak mis. We hebben wekenlang zonder telefoon en internet gezeten.”

Opdekdeuren of stompe deuren?

Prettig is ook dat de bouwer meedenkt, vindt van der Tuin. “Nederlanders volgen strikt het contract. Duitsers geven hun mening.” Zoals over de keuze van de deuren. In Duitsland is een opdekdeur gebruikelijk. De opdrachtgevers wilden liever stompe deuren. Van der Tuin: “De Duitse houtverwerker vroeg of we dat wel zouden doen, want die kostten wel 7000 euro meer. Toch een hoop geld, dat we beter aan de inrichting konden besteden.”

Voor ze deze zomer twee weken op vakantie gingen, lag er een laag stenen op de kavel. Harts: “Toen we terugkwamen stond het casco er, 11 meter hoog. Erg gaaf”, blikt hij terug.

Keramische tegels

Over het Nederlandse bedrijf dat het grote balkon op de eerste verdieping van keramische tegels voorzag, zijn ze veel minder te spreken. “Ze liggen schots en scheef en zijn niet goed gelegd. Ik zie nu dat er al een is gebroken. Ze zeggen dat het komt door de koude ondergrond. Pas in de zomer kunnen ze het verhelpen. Nou, dan wachten we ook zo lang met betalen,” daagt van der Tuin uit.

Controle kwaliteit

Terugblikkend spreken ze van kleine tegenslagen. Geen echt grote. Met Schwarte zouden ze een volgende keer ook weer in zee gaan. De directeur van het Duitse installatiebedrijf komt even langs. Van der Tuin en Harts begroeten hem verrast. “Zie je, hij stuurt niet zijn accountmanager, maar komt zelf langs,” klinkt het enthousiast. “Hij wil zelf controleren of alles goed gaat. En komt gewoon in zijn trui en niet in pak,” omschrijft Harts tevreden.

De aannemer aan het woord

Een visitekaartje voor zijn bedrijf. Zo ziet opzichter Severin Santen van Schwarte Bau het nieuwe woonwerkpand van van der Tuin en Harts in Joure. “We krijgen veel reacties . Het gebouw ziet er ook mooi uit van buiten. Het is voorzien van licht stukadoorwerk, dat zie je niet heel veel. En het is een groot gebouw, met beneden kantoren en boven het woondeel. Het valt mensen op dat een Duitse aannemer dit bouwt.”

Schwarte Bau is zo’n acht jaar actief op de Nederlandse markt en ziet zijn omzet nog steeds groeien. “Het is nu een beetje rustiger in de bouw, als gevolg van de kredietcrisis, maar dat geldt voor alle bouwers. Maar ik hoop dat deze klus ons nieuwe klanten oplevert in Nederland.”

Bijzondere wensen geen probleem

Het bouwen voor particulieren is Santen goed bevallen. “Het is allemaal heel erg goed gegaan. De samenwerking met Hilda en Paul was prima. Ook de onderaannemers waren supertevreden. Ik heb geen wanklank gehoord.” Dat het stel bijzondere wensen had – zo is er op 90 meter diepte een warmtepomp geplaatst – was geen probleem, onderstreept Santen. “Voor ons is geen enkele opdracht standaard. Iedere opdrachtgever heeft eigen ideeën en gedachten. Een goede aannemer kan zich aanpassen.” Lastige dingen deden zich niet voor. “Wij zitten 25 jaar in de bouw en hebben met alle problemen al eens te maken gehad.”

Nederlandse onderaannemers

Dat Nederlandse aannemers minder meedenken met hun opdrachtgevers dan Duitse, zoals Van der Tuin en Harts aangeven, wil hij niet beamen. Diplomatiek: “Dat weet ik niet en ga ik ook niet zeggen. Wij werken zoals de klant het wil. De klant is bij ons koning. Wij werken overigens in 90 procent van de gevallen met Nederlandse onderaannemers.”

Bron: Cobouw 30 december 2008