Thumbnail
Gepubliceerd: 13-01-2004 Laatste update: 10-12-2018

Voor de uitgave 'Stedenbouw/ Eigenbouw van Architectuur Lokaal (2003) schreven Ellen van Vossen en Marcel Kastein van De Regie een artikel. Hierin staan particuliere initiatieven als inspiratiebron voor de uitwerking van het stedenbouwkundig plan centraal. En worden er handreikingen gegeven aan het creëren van kansen om dit te realiseren.

'carte blanche’ voor particulier opdrachtgeverschap

Twee eeuwen geleden waren er nog echte witte vlekken op de kaart, onontdekte gebieden in Afrika, nog niet eerder beklommen toppen in het Himalayagebergte en was het mogelijk om met een zeilschip te stranden op een onbekend eiland. Voor de avonturiers van toen was er letterlijk nog een wereld te ontdekken. Ondertussen is de wereld ingekleurd en is de ruimte voor het onverwachte schaars geworden. Dit geldt ook voor de Nederlandse stedenbouw. Er zijn weinig gemeenten in Nederland die het aandurven om particuliere initiatieven als inspiratiebron te gebruiken voor de uitwerking van het stedenbouwkundig plan. Waar dit wel het geval is levert het verrassende projecten op. Een groep initiatiefnemers vroeg de gemeente Purmerend om een blanco vlek voor de realisatie van een ecologisch woonproject. De gemeente gaf groen licht. Het resultaat is een woonbuurt met 33 verschillende woningen. Doordat de stedenbouwkundige verkaveling en de architectuur van de woningen in samenhang zijn ontworpen straalt dit project naast variatie vooral samenhang uit.

particulier opdrachtgeverschap ‘a la carte’

Hoewel particulier opdrachtgeverschap primair gericht is op de wensen van het individu, betekent dit niet dat de op deze wijze ontwikkelde woningen los moeten staan van hun omgeving. Het idee dat particulier opdrachtgeverschap alleen geschikt is voor de bouw van vrijstaande huizen op riante kavels is passé . In de publicatie ‘Wonen à la Carte ’ laat Bureau Urhahn op een zeer overzichtelijke wijze verschillende typen woonmilieus en daaraan gekoppelde stedenbouwkundige aspecten de revue passeren. Hoewel collectief particulier opdrachtgeverschap in het boek als aparte categorie wordt behandeld, heeft het toepassingsmogelijkheden in eigenlijk al de in het boek besproken woonmilieus. Bij het ombuigen van een aanbod- naar een vraaggestuurde woningmarkt moeten gemeenten, ontwikkelaars en ontwerpers zich realiseren dat de woonwensen van particulieren zich niet beperken tot het domein van de eigen woning maar ook betrekking kunnen hebben op het woonmilieu.

actief grijs is niet saai

Met de vergrijzingsgolf in het vooruitzicht, wordt de roep om passende huisvesting voor senioren steeds groter. Veel senioren wonen in een kast van een huis en zouden best willen verhuizen als er sprake zou zijn van een aantrekkelijk alternatief. De discussie over huisvesting voor senioren wordt helaas te eenzijdig in verband gebracht met zorg en gaat voorbij aan de actieve, ondernemende senioren die nog middenin het leven staan. Collectief particulier opdrachtgeverschap biedt ruimte om naast de individuele woningen voorzieningen te laten realiseren die op individuele basis niet haalbaar zijn, zoals een atelierruimte waar bewoners een hobby kunnen uitoefen, logeerunits voor gasten, een gemeenschappelijke tuin voor bewoners met groene vingers of sportvoorzieningen. Deze doelgroep loopt niet warm voor een appartementencomplex met een gemeenschappelijke ruimte met een zitje en plastic planten.

senioren weten wat hun woonwensen zijn

Senioren hebben een hele wooncarrière achter de rug en weten daardoor goed wat hun woonwensen zijn. Bovendien zal deze groep gemakkelijk enthousiast worden van het idee om te investeren in een woonproject dat helemaal naar hun zin zal zijn. Een gezamenlijk woonproject in combinatie met (vrijetijds-) voorzieningen is ook aantrekkelijk voor jongeren, alleenstaanden, of stellen met en zonder kinderen.

algemene voorzieningen

De Sargfabrik in Wenen is een mooi voorbeeld van een gestapelde variant van collectief particulier opdrachtgeverschap en telt naast 75 woningen een zwembad, een café/restaurant, een kinderdagverblijf en kantoorruimten. Deze voorzieningen zijn ook toegankelijk voor mensen uit de buurt. De Miss Sargfabrik is met 39 woningen kleinschaliger van opzet. De gemeenschappelijke voorzieningen in dit complex, een bibliotheek, keuken, een was- en een telewerkruimte, zijn gericht op de persoonlijke behoeften van de bewoners. Comfortabel en/of beschermd wonen kan velerlei vormen aannemen, van stadsblok, kleinschalig woongebouw tot een nieuw landgoed.

initiatievenbeleid

Gemeenten en woningbouwcorporaties spelen een belangrijke rol bij het scheppen van kaders en het stimuleren van particuliere initiatieven. De gemeente heeft twee mogelijkheden voor het werven van initiatieven. In het ene geval is de locatie met de bijbehorende stedenbouwkundige randvoorwaarden bekend en werft de gemeente initiatieven voor die specifieke locatie. In het andere geval zoekt de gemeente op basis van een geselecteerd initiatief naar een geschikte locatie. In het initiatievenbeleid stelt de gemeente vast op welke wijze de werving en selectie zal plaatsvinden, aan welke voorwaarden de gemeentelijke organisatie zelf moet voldoen en wordt het gehele ontwikkelingstraject op hoofdlijnen beschreven. Draagvlak binnen de gemeentelijke organisatie en het reserveren van voldoende bouwgrond zijn de eerste vereisten voor succesvol functioneren van een initiatievenbeleid. Aan initiatiefnemers van kansrijke plannen wordt in de gemeenten Utrecht en Almere bijvoorbeeld een subsidiebedrag toegekend voor uitwerking van het plan. Een dergelijke regeling beschermt zowel de gemeente als de particulieren tegen het lopen van onnodige risico’s. De kern van dit beleid is dat de initiatiefnemers zelf de kar trekken binnen de gemeentelijke kaders.

stedelijke vernieuwing: orde en vrijheid

Het voeren van een actief initiatievenbeleid zou ook een nieuwe dimensie toe kunnen voegen aan de stedelijke vernieuwing. Het grootste probleem in de herstructureringswijken is de leefbaarheid. De monotone opzet van deze meestal in de jaren ‘50 en ‘60 gebouwde wijken wordt vaak als de oorzaak genoemd. Toch heeft deze regelmatige, ruimtelijke opzet ook voordelen. De infrastructuur zorgt voor een goede ontsluiting en de aanwezige groenstructuur is een mooie erfenis van de tuinstadgedachte. Bereikbaarheid en groen zijn beide ingrediënten voor een aantrekkelijk woonmilieu.

Voorbeelden uit de stedenbouw leren dat een combinatie van orde en vrijheid een goede ondergrond is voor een gezonde stedelijke dynamiek. Het meest bekende en veelvoorkomende voorbeeld hiervan is het gridpatroon . Als de ordenende ruimtelijke structuur in de herstructureringswijken op een lager schaalniveau vrijer en met meer ruimte voor particulier initiatief kan worden ingevuld, zal dat de variatie in woonmilieus en de betrokkenheid van de bewoners bij hun woonomgeving vergroten. De herintroductie van blanco vlekken in de stedelijke vernieuwingsgebieden zal initiatiefnemers prikkelen om op een eigen manier invulling te geven aan een klein stukje stad. Die vlekken kunnen ook groene vlekken zijn. De verkaveling van het project Berkenbos in Zuidlaren is een mooi voorbeeld van grondgebonden woningen rondom een groot autovrij, groen en door de bewoners beheerd binnengebied. De privé-buitenruimte beperkt zich tot een veranda. De opzet doet speels aan en doet denken aan woningbouwprojecten in Scandinavische landen.

In herstructureringswijken kunnen grootschalige renovatieprojecten zoals ‘Koop je eigen Bijlmer’, waar een groep particulieren een gedeelte van een Bijlmerflat koopt en vervolgens naar eigen inzicht laat renoveren, plaatsvinden naast initiatieven vergelijkbaar met de Miss Sargfabrik en/of kleinschalige bouwprojecten in een groene omgeving. Ruimte voor particuliere initiatieven voorkomt dat stedelijke vernieuwing in deze wijken resulteert in een nieuw maar anoniem sausje en stimuleert woningbouwprojecten die een basis hebben in de persoonlijke belevingswereld van de bewoners. Op die manier komen de stad en haar bewoners dichter bij elkaar. 

betaalbaar bouwen

Een minder strak stedenbouwkundig keurslijf opent ook deuren voor ‘betaalbaar’ particulier opdrachtgeverschap. Eigen ideeën ten aanzien van woning en woonomgeving zijn niet voorbehouden aan mensen met een dikke portemonnee. Door slimme verkavelingen zoals in Berkenbos kan bezuinigd worden op de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Dit soort besparingen kan worden verrekend in de grondprijs. Het projectvoorbeeld in Purmerend illustreert dat als de verkaveling wordt afgestemd op het project er ruimte ontstaat om vrijstaande en geschakelde woningen naast elkaar te realiseren. Hierdoor is differentiatie in prijs binnen één project mogelijk en kunnen meer en minder draagkrachtigen samen een project realiseren. Tot slot zou in het stedenbouwkundig plan meer rekening gehouden moeten worden met de factor tijd. Kavels en de daaraan gekoppelde randvoorwaarden moeten, tegen de achtergrond van de eerder beschreven balans tussen orde en vrijheid, meer ruimte scheppen voor zogenaamde groeiwoningen. Huishoudens die hun gezin en/of inkomsten zien groeien of om wat voor reden dan ook kiezen voor een woning die in de loop van de tijd kan worden uitgebreid, zouden die kans op meer locaties moeten krijgen.

Marcel Kastein/ Ellen van Vossen, De Regie