ambtelijk taalgebruik particulier opdrachtgeverschap
Gepubliceerd: 18-09-2008 Laatste update: 03-01-2019

Als er iets nieuws ontstaat, dan moet er ook een woord voor komen. Een goed woord. Dat is van essentieel belang. Hangjongeren is een goed woord (je ziet ze echt hangen). Of de kliklijn. De Betuwelijn was dan weer niet goed (roept het beeld op van Flipje Tiel die wordt overreden door een TGV).

droomhuis bouwen

Maar weer wel heel goed (want probleemverhullend): winstwaarschuwing. Het lijkt makkelijk, nieuwe woorden verzinnen, maar het valt nog niet mee. Daar heb je echt professionele woordverzinners voor nodig. Ik schrijf nu een artikel over mensen die hun droomhuis laten bouwen. Dat gaat steeds makkelijker, want gemeentes versoepelen de regels en architecten worden betaalbaarder. En dus is er een woord verzonnen voor deze verworvenheid: het particulier opdrachtgeverschap.

particulier opdrachtgeverschap?

Het particulier opdrachtgeverschap is dus geen goed woord. Het is te lang, te saai en het klinkt niet naar ‘droomhuis’. Het klinkt zelfs niet naar wonen of ontwerpen. Het klinkt naar de belasting, of iets in die hoek. Maar hoewel ik het geprobeerd heb, kan ik zelf niet echt iets beters verzinnen. Daar moet de architectenwereld maar zo’n professionele woordverzinner voor inhuren. In particulier opdrachtgeverschap.

door: Janneke Leber, zie www.jclteksten.nl

Uit: Eenmaal Daags Janneke
 

Reacties

Ingediend door Marcel Kastein op do, 03/01/2019 - 15:00

Inmiddels wordt voor het bouwen van je droomhuis steeds vaker gebruik gemaakt van het woord 'zelfbouw'. Daarmee wordt niet persé bedoeld dat je daarbij ook daadwerkelijk zelf je handen moet gebruiken. Als iemand als opdrachtgever voor de bouw of verbouw van zijn of haar woning optreedt, wordt die persoon in de volksmond inmiddels als zelfbouwer aangeduid. Ook mensen die samen met anderen woningen bouwen (CPO, collectief particulier opdrachtgeverschap), noemen we tegenwoordig gemakshalve zelfbouwers.